Bewoners van Havezathe Windesheim: Paulus Benelle en Joachim van Plettenberg

Het Verhaal van Windesheim : ‘Bewoners van de Havezathe’ . Iedere dag komen er talloze verhalen op ons af, of je nu een boek leest, een film kijkt, een mop aan de bar vertelt of de laatste roddel hoort over een buurtbewoner. Je struikelt bijna letterlijk over de verhalen en het gekke is het verveelt nooit. De Historische vereniging Windesheim wil ook een verhaal vertellen: het Verhaal van Windesheim zoals het ooit was. Internet is daarbij een onuitputtelijke bron.

 
Twee kleurrijke, niet-Overijsselse echtparen, hebben in de 18 e eeuw op het huis Windesheim en het omringende landgoed een stempel gedrukt dat heden ten dage nog zichtbaar is. Het echtpaar Benelle liet een rijk versierde havezathe na . Aan het echtpaar van Plettenberg danken we de aanleg van het landgoed.

Deugniet (Paulus Benelle)
In 1744 kocht Paulus Benelle de havezathe Windesheim na het eerst een tijdje gehuurd te hebben. Paulus was een merkwaardig heerschap, een avonturier die een luxueus leven leidde en die niet alleen met zijn eigen maar ook met het geld van anderen kwistig omging. Zijn vader, een bankier en vluchteling uit Frankrijk, had hij voor 18.000 gulden opgelicht. Om straf te ontwijken vluchtte Paulus naar Emmerich waar hij een gescheiden vrouw met een even bedenkelijke reputatie ontmoette:
Anna Kick Divera Pancras, vrouwe van Westerdijkshorn.

Pracht en praal
Anna was in 1726 op 18 e jarige leeftijd in het huwelijk getreden met Nicolaas Hasselaer, schepen van Amsterdam. Het was een sprookjeshuwelijk met de daarbij behorende pracht en praal en het mocht hen aan niets ontbreken. De brooddichter Hubert Kornelis Poot schreef voor het echtpaar een bruiloftsgedicht: “Nachtgalm ten Huwlyke van den weledelen heere M r. Nikolaes Kornelis Hasselaer en de weledele jongkvrouwe Anna Divera Kik”. Het jonge stel kwam te wonen in één van de grachtenpaleizen in Amsterdam, nu Herengracht 170-172, dat bekend is als Huis Bartolotti. Het huis werd 1735 ingrijpend verbouwd met stucwerk van een
verfijnde schoonheid, prachtig rijk versierde marmeren schouwen en geschilderde plafonds en deuren. Om hun huwelijk de nodige glamour en prestige te geven bestelde het echtpaar in Meissener een eigen huwelijkservies met het alliantiewapen van de beide families. Er is nog een rijkversierd bord met veel goud te zien in de collectie van het Rijksmuseum. De toekomst van Nicolaas Hasselaer, inmiddels vrijheer van Westerdijkshorn, zag er zonnig uit.

Overspel
Maar spoedig doken er geruchten op dat Anna overspelig was. Door geklik van een meid die met dezelfde lakei sliep, wist Nicolaas zijn vrouw te betrappen op een heterdaadje in de echtelijke slaapkamer. Het kwam tot een scheiding en Anna werd veroordeeld tot 6 jaar verbeterhuis. Zij wist daar uit te ontsnappen en vluchtte naar Emmerich waar ze Paul Benelle ontmoette die zich heer van Windesheim noemde en geheel onterecht de titel van jonkheer voerde.

Havezathe
Een huwelijk was voor beiden een buitenkansje want door te trouwen werd de curatele opgeheven die de rechter aan Anna en haar goederen had opgelegd. Met het vrijgekomen geld wist Paul Benelle wel raad, hij gaf het met gulle hand uit. De havezathe Windesheim werd gekocht, ingrijpend verbouwd en verrijkt met prachtig stucwerk van de Italiaanse kunstenaar Manoli en verlucht met de mooiste gobelins die jachttaferelen verbeelden.

 

Deze luxueuze staat wist de havezathe nagenoeg twee eeuwen vast te houden tot het huis in 1944 compleet vernietigd werd. Iets van het van het vele geld dat Benelle in ons dorp investeerde is nu nog zichtbaar. In 1747 werd de Windesheimer korenmolen door natuurgeweld verwoest. Paulus Benelle liet de molen in volle staat herbouwen.

 

Failliet
De schulden stapelden zich op, nekten het echtpaar en zij werden failliet verklaard. Paulus Benelle werd in gijzeling genomen maar wist te ontsnappen naar het buitenland. Anna liet zich van hem scheiden en is in 1769 berooid en eenzaam aan haar einde gekomen. Paulus zwierf over de wereld, was niet ongevoelig voor vrouwelijk schoon en publiceerde in 1754 een brievenboek.

Oud gouverneur (Joachim van Plettenberg)
Op 5 oktober 1786 kocht oud gouverneur van Kaap de Goede Hoop, Joachim van Plettenberg, en zijn vrouw Cornelia Charlotte Feith de havezathe Windesheim voor 47.000,- gulden. Plettenberg had veel geld en schatten vergaard in de Kaapkolonie waar hij leefde als god in Frankrijk. Hij ondernam ontdekkingsreizen in de binnenlanden van Zuid-Afrika. De “Plettenberg baai”, een luxueus vakantieoord in Zuid-Afrika, is naar hem vernoemd. Van Plettenberg had veel problemen met de “vrijburgers” en waarschijnlijk hield zijn ontslag als gouverneur daarmee verband. Het echtpaar bezat ook een huis in de Kamperstraat in Zwolle. Dit huis was voornaam genoeg was om keizer Napoleon in oktober 1811 een nacht te laten logeren. Eerder had de broer van Napoleon koning Lodewijk bij een werkbezoek aan Windesheim een nacht in de havezathe doorgebracht.

                                                                             Landgoed
Na de dood van haar man in 1793 liet Charlotte Feith de tuinen en het land er om heen aanleggen in de vorm zoals we die nu ruim tweehonderd jaar later nog kennen. Charlotte trok daarvoor de bekende architect Jacob Otten Husly aan. In die tijd gingen veel landgoedeigenaren van de strakke geometrische Franse tuinstijl over naar de meer losse en romantische Engels tuinaanleg. Zo kwamen er slingerpaden, kronkelvijvers met houten bruggetjes, een eilandje in het water, een tuinkoepel in
Chinese stijl die met 25 glazen klokjes was opgetuigd en die bij een zacht briesje al een tinkelend geluid gaven, een doorkijk vanaf de havezathe naar de Peperbus in Zwolle, een treurwilg, geornamenteerde tuinvazen en beelden. Het echtpaar was kinderloos en na de dood van Charlotte werd het goed bij publieke veiling verkocht aan de familie de Vos van Steenwijk genaamd van Essen. In 1910 legde de bekende tuinarchitect Leonard Springer de tuinen rondom het huis opnieuw aan in een formele stijl.

 


Erfgoedtocht

Er zijn plannen om op 7 september 2018 tijdens het dorpsfeest een erfgoedtocht te houden waarbij het rechter koetshuis en het landgoed kunnen worden bezocht. Voor deze gelegenheid is Dammis Baan, voormalig kunstdocent aan de Hogeschool Windesheim, gevraagd om zijn tekeningen uit zijn boek “Fjttt Windesheim voorbij?” te exposeren. Dit boek verbeeldt een fietstocht van een jong gezin door de IJsseldelta en langs het landgoed en havezathe Windesheim.

Uit:  Nieuwsbrief van Plaatselijk Belang Windesheim e.o. nr. juni 2018
Historische vereniging Windesheim / René van der Have