Watersnood / stormvloed / overstroming in de nacht van 4 op 5 februari 1825

In de nacht van 4 op 5 februari 1825 werden grote delen van Overijssel getroffen door een ramp van ongekende omvang. Tijdens een zware noordwesterstorm en een gelijktijdige springvloed braken de dijken langs de Zuiderzee, het Zwarte Water, de IJssel en de Vecht op maar liefst 65 plaatsen door. Ruim een kwart van de provincie kwam onder water te staan, tot Staphorst, Dalfsen, Heino en Wijhe aan toe. Ook grote delen van Friesland werden overspoeld. Het kolkende water veegde mensen, vee, bomen en complete boerderijen van de kaart. Velen zagen familieleden voor hun ogen verdrinken. In Overijssel vielen er in totaal 305 doden. Ook de materiële schade was gigantisch. Complete veestapels waren verdronken, waaronder ruim 13.000 koeien en 525 paarden. 574 gebouwen waren weggespoeld; het viervoudige ernstig beschadigd. De schade was onvoorstelbaar groot.

Over de watersnood in Windesheim, Harculo, Zuthem
(Uit: Jan ter Pelkwijk - Beschrijving van Overijssels watersnood in Februarij 1825):
p. 195 Zwollerkerspel .... en ten westen en zuiden van Zwolle, zich, langs den regter oever des IJsels, van de Konijnenbelten tot aan de gemeente van Wijhe uitstrekkende, de buurschappen Voorst en Westenholte voor het grootste gedeelte, Spoolde, Schelle, Oldeneel, Ittersum, Herkulo en Zuthem, benevens het dorp Windesheim.

p.202 Toen hier, tussen den 4den en 5den Februarij, omstreeks middernacht, het water op het hoogste was, stond het in de School te Westenholte 1.50 el, in Nieuw Romen*) 0.84, in de Bierton, aan de Scheller allée, 1.185, in den reeds genoemden Rozeboom 1.13, in den Roskam, mede aan den Deventer weg, nabij het buitengoed het Zand, 0.13 en in den molen te Windesheim 1.00 el, terwijl het huis van de weduwe Snel, bij de brug aldaar, naauwelijks van het water is bevrijd gebleven, doch de Kerk, Pastorij en verdere huizen van het dorp Windesheim, welke hooger liggen, niet zijn geïnundeerd geweest.
*)Nieuw Romen=theehuis bij Veerallee, afgebroken

(Uit Overijsselsche courant 8-2-1825):
De innundatie verspreide zich in een oogenblik in de Polder van Mastenbroek, en, de snelheid des inlopenden waters was zoo geweldig, dat men op niets anders dan op het redden van menschen kon bedacht zijn, terwijl het grootste gedeelte van het vee verloren ging. – De vloed drong door de zoogenaamde Konijnebelten door, en innundeerde de ommestreken der stad Zwolle, tot tussen Windesheim en Wijhe, terwijl de stad zelve voor een groot gedeelte wierd onder water gezet.